Programma van Méérbelangen


Wie in Oost woont, doet dat vaak met een duidelijke reden. Sommige bewoners werden aangetrokken door het dorpse karakter van de Watergraafsmeer, andere door de multiculturele veelzijdigheid van de Indische buurt, weer andere door de kans die zij op IJburg kregen om eindelijk een eigen huis te kopen. Oost is er voor al deze bewoners. Dat geldt ook voor Méérbelangen. Wij maken ons sterk voor plezierig wonen en leven in alle buurten van het nieuwe stadsdeel Oost. Voor iedereen, nu en in de toekomst.



De stadsdelen Oost-Watergraafsmeer en Zeeburg zijn op 1 mei 2010 samengevoegd en gaan verder als stadsdeel Oost. Méérbelangen wil zich sterk maken voor plezierig leven, wonen en werken voor de bewoners van dat grote nieuwe stadsdeel. Dit programma geeft een overzicht van de meningen en doelstellingen waar Méérbelangen voor staat.

Mensen

Bewoners
Bewoners weten als geen ander wat er in hun buurt speelt en waaraan behoefte is. Daarom moeten zij actief worden betrokken bij het maken van plannen voor de buurt. Wat ons betreft gaat deze betrokkenheid verder dan inspraak; bewoners moeten in staat worden gesteld écht mee te denken en mee te ontwerpen, vanaf het allereerste stadium. Zo worden breed gedragen besluiten gegarandeerd en wordt frustratie over het optreden van de stadsdeelorganisatie voorkomen.

Bewoners zijn er van alle leeftijden en iedereen heeft zijn eigen afkomst en achtergrond. Wij vinden dat iedereen moet kunnen meedoen in onze samenleving. De jeugd heeft de toekomst en heeft daarom recht op extra aandacht en ondersteuning.

Vrijwilligers
De samenleving drijft voor een belangrijk deel op vrijwilligers. In de sport, het maatschappelijk werk en in de politiek zijn vrijwilligers onmisbaar. Vrijwilligerswerk is waardevol en moet worden gestimuleerd en gewaardeerd. Bij planvorming door de stadsdeelraad moet ook de visie van vrijwilligers ruimte krijgen. Zij weten wat er speelt en wat oplossingen kunnen zijn.

 

 

Participatie en inspraak

Goede besluitvorming begint voor ons bij openheid en transparantie. De stadsdeelorganisatie moet bewoners actief op de hoogte brengen en houden van wat er in hun leefomgeving gebeurt, welke plannen op stapel staan. De noodzakelijke informatie moet tijdig worden verstrekt, zodat de stadsdeelbewoners ruim de gelegenheid hebben om zich een gedegen oordeel te vormen. Vervolgens moet er goed naar de bewoners worden geluisterd en moet er ook echt iets worden gedaan met de inbreng. Pas dan is echte inspraak een feit.

De stadsdeelorganisatie doet er ook goed aan om bij belangrijke zaken de meningen in het stadsdeel te peilen via een enquête. Ook resultaten van beleid kunnen op deze manier uitstekend worden gemeten.

De bewoners, als experts van hun woonomgeving, kunnen natuurlijk ook zelf aangeven waaraan in hun buurt moet worden gewerkt. Het instrument referendum dient vaker te worden ingezet en dient laagdrempelig te zijn.

Uiteraard dient het stadsdeelbestuur de uitkomst van inspraak, opiniepeilingen en referenda te respecteren. Ook de toegankelijkheid en klantvriendelijkheid van het ambtenarenapparaat zijn voorwaarden voor echte inspraak en democratie.  

Om het contact met bewoners te verstevigen en zo de participatie op een hoger niveau te brengen, zijn in alle buurten van Oost-Watergraafsmeer de afgelopen jaren buurtbeheergroepen opgericht. De bewoners die lid zijn van deze groepen staan voortdurend in contact met de deelraad en het dagelijks bestuur en houden de bestuurders zo op de hoogte van wat er leeft in hun buurt. Ook zijn zij een laagdrempelig aanspreekpunt voor andere buurtbewoners. In het nieuwe stadsdeel Oost krijgen de bestuurders te maken met twee keer zo veel inwoners als nu. Dat mag niet leiden tot minder – of kwalitatief minder voorstellende – bewonersparticipatie. De nieuwe stadsdeelraad en het nieuwe bestuur moeten zich dus extra inspannen om daadwerkelijk met bewoners in gesprek te gaan, en hen actief te betrekken bij elk plan dat hun woon- en leefomgeving kan beïnvloeden.

Stadsdeelraad

De deelraad is er namens en voor de bewoners. In de raad en de verschillende raadscommissies worden op democratische wijze besluiten genomen. Maar democratie is méér dan de stem van de meerderheid. Echte democratie toont zich juist in de zorgvuldige omgang met de stem van de minderheid. Voor ons gaat het erom dat alle partijen die in de raad vertegenwoordigd zijn, invloed moeten kunnen hebben op de besluitvorming. Een programma-akkoord van een coalitie is niet allesbepalend. Dualisme houdt in dat de fracties in de deelraad, of ze nu tot de coalitie of de oppositie behoren, onafhankelijk van het Dagelijks Bestuur hun standpunt bepalen.

Dus:
•    Bewonersparticipatie op minimaal hetzelfde niveau (van de participatieladder) als momenteel in Oost-Watergraafsmeer
•    Buurtbeheergroepen instellen in alle buurten van het nieuwe stadsdeel waar zulke groepen er nu nog niet zijn.

 

 

Plezierig leven voor iedereen

Onderwijs

Onderwijs is van groot belang voor ieders toekomst. Goed onderwijs betekent een goede start voor elk kind. Doordat het openbaar basisonderwijs ‘op afstand is gezet’, kan het stadsdeel er maar beperkt invloed op uitoefenen. Toch dient het stadsdeel alles te doen wat in zijn vermogen ligt om goed onderwijs mogelijk te maken. 

Gebouwen
Het stadsdeel dient te zorgen voor voldoende accommodaties. De afgelopen tijd is in de Watergraafsmeer een aanzienlijk lokalentekort ontstaan. Ook in het huidige Zeeburg is onvoldoende rekening gehouden met de vestiging van gezinnen met kinderen. Voorkomen moet worden dat iets dergelijks zich op IJburg herhaalt. Bij het ontwerp van nieuw te bouwen scholen moet rekening worden gehouden met multifunctionaliteit, zodat de gebouwen in tijden van minder aanbod van kinderen, bruikbaar zijn voor andere doelen. Bij de locatiekeuze moet rekening worden gehouden met een goede spreiding over het stadsdeel.

Schoolkeuze
Vrije schoolkeuze staat voor Méérbelangen voorop. We vinden dat de vorming van ‘zwarte scholen’ moet worden tegengegaan door ouders van leerlingen met een taalachterstand een niet-bindend advies te geven over de keuze van een school. Op die manier willen we (culturele) diversiteit op alle scholen waarborgen.

Het stadsdeel dient schoolactiviteiten naast het daadwerkelijke leren te faciliteren en te stimuleren. We denken dan aan activiteiten als schoolzwemmen, schooltuinen, muziek- en toneelbeoefening, sport, de Rode Loper op school en aandacht voor natuur, milieu en duurzaamheid.

Dus:

•    Voldoende leslokalen, in multifunctionele gebouwen
•    Niet-bindend schoolkeuzeadvies voor ouders van leerlingen met een taalachterstand
•    Vormende activiteiten zoals muziek- en toneelbeoefening en het werken in schooltuinen actief stimuleren

Sport en recreatie

Bewegen is gezond. Mensen van alle leeftijden moeten we daarom uitdagen te bewegen. Te beginnen bij de jeugd. Kinderen moeten in hun buurt op fiets- en loopafstand kunnen sporten. Anders rest hun niets anders dan verveeld rondhangen op pleintjes. Maar ook volwassenen, ouderen en mensen met een handicap hebben er recht op om in hun eigen buurt te kunnen sporten en bewegen.

Sport is méér dan vrijetijdsbesteding. Sport zorgt voor een goede gezondheid, helpt sociaalvaardig maken en verbindt mensen. Als mogelijkheden voor sport in de buurt denken wij aan Johan-Cruijffveldjes, jeu de boulesbaantjes, tennisbaantjes, basketballveldjes, et cetera.

Stimulering en ondersteuning van sport en bewegen werken het beste als ze integraal wordt aangepakt. Scholen, buurtbeheergroepen, verenigingen, stadsdeel en particuliere sportaanbieders moeten de handen ineenslaan. Het stadsdeel coördineert en faciliteert. Zo maken we het voor de verenigingen mogelijk om het kader te professionaliseren en voldoende vrijwilligers aan te trekken en te behouden, om op die manier continuïteit te waarborgen.

De sportparken, sporthallen en zwembaden in het stadsdeel hebben niet alleen een functie voor stadsdeelbewoners. Ze zijn er voor iedereen in Amsterdam. Aantasting van deze voorzieningen willen we voorkomen. Sterker nog, waar mogelijk moeten er velden en andere accommodaties bij komen. Vooral ook op IJburg. Om tegenwicht te bieden aan de steeds verder opdringende verstedelijking door het ‘compacte-stadbeleid’ van de gemeente, moeten we de kwaliteit van de sportaccommodaties verhogen.

Sportvoorzieningen dienen te voldoen aan de wensen en behoeften van de gebruikers. Vrijkomende accommodaties moeten we geschikt maken voor andere sporten waarnaar meer vraag is, zoals bijvoorbeeld hockey. Bestaande accommodaties kunnen intensiever worden gebruikt. Zo zouden sporten die elkaar niet in weg zitten, omdat ze bijvoorbeeld in verschillende seizoenen worden beoefend, een accommodatie kunnen delen. Sportaccommodaties kunnen ook multifunctioneel worden gemaakt, zodat ze ook kunnen worden gebruikt voor kinderopvang en naschoolse opvang.

Individualisering in de sport maakt dat er behoefte is aan voorzieningen voor bijvoorbeeld inline skating of joggen. Dat betekent dat we van de sportparken volwaardige openbare sport- en recreatiecomplexen moeten maken.

Ook jonge kinderen moeten in de buurt veilig buiten kunnen spelen en bewegen. Speeltuinen en speelplekken zijn in een leefbare wijk dan ook noodzakelijk. Speeltuinen moeten vooral toegankelijk zijn buiten schooltijd en in het weekend. Ook schoolpleinen kunnen we geschikt maken als speelplaats buiten schooltijd. Straten moeten we zo inrichten dat kinderen er veilig kunnen verblijven. Bewoners weten welke behoefte er is.

Volkstuinen
Volkstuinen bieden een groot aantal mensen de mogelijkheid op een bijzondere wijze te recreëren. In een volkstuin kun je dichtbij huis genieten van de natuur. Volkstuinen horen dan ook thuis in het pakket van recreatiemogelijkheden in de buurt. Volkstuinen staan overal onder druk. Wij vinden dat ze behouden moeten blijven en, waar mogelijk, openbaar toegankelijk moeten zijn.

Dus:
•    Faciliteiten om te sporten en bewegen op loop- of fietsafstand van elke woning
•    Behoud van alle huidige sportvelden in het stadsdeel
•    Méér sportvelden en andere sportaccommodaties, vooral ook op IJburg
•    Intensiever gebruik van bestaande accommodaties
•    Behoud van (zo veel mogelijk openbaar toegankelijke) volkstuincomplexen

Cultuur en Kunst

Bij plezierig leven en wonen hoort kunst in vele verschijningsvormen en voor vele doelgroepen. Daarom moeten we een breed kunst- en cultuuraanbod stimuleren. Samenwerking tussen theaters, clubs en musea moet ervoor zorgen dat het brede aanbod waarover Oost beschikt, optimaal wordt benut. Het stadsdeel heeft hierin een stimulerende en coördinerende rol.

Beeldend kunstenaars hebben behoefte aan ateliers en broedplaatsen. Ook clubs in tijdelijk niet gebruikte gebouwen, zoals dat van Trouw aan de Wibautstraat, leveren een belangrijke bijdrage aan een divers cultureel aanbod. Die accommodaties moeten beschikbaar zijn om een interessant cultureel klimaat te creëren.

Naast professionele kunstenaars verdienen ook amateurs aandacht en stimulering. Dat kan bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van expositieruimte, podia en workshops. Verschillende bevolkingsgroepen kunnen zo op creatieve wijze met elkaar kennismaken.

De grote en kleine festivals in het stadsdeel brengen mensen van allerlei afkomst bij elkaar. Financiële ondersteuning vanuit het stadsdeel is vaak noodzakelijk om kwaliteit op het juiste niveau te brengen en voortgang van de festivals mogelijk te maken.

De Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam hebben belangrijke vestigingen in het stadsdeel. Daardoor studeren en wonen veel studenten in Oost. Het culturele aanbod moet ook op deze groep worden toegespitst, met clubs, bioscopen, festivals et cetera.

Bibliotheken zijn in het stadsdeel onmisbaar. Zij stimuleren lezen en leveren een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van jong en oud. Maar bibliotheken zijn ook de plaats waar culturele, educatieve en literaire bijeenkomsten worden gehouden. De behoefte eraan blijkt wel uit de grote aantallen bezoekers. Goed bereikbare bibliotheken met een ruim aanbod zijn in de Watergraafsmeer, op IJburg en in de Indische Buurt hard nodig.

Dus:
•    Voldoende atelier- en expositieruimte voor professionele en amateurkunstenaars, bijvoorbeeld in tijdelijk leegstaande gebouwen
•    Een cultureel aanbod dat ook de vele studenten in het stadsdeel aanspreekt
•    Goede bibliotheken binnen bereik van alle stadsdeelbewoners

Welzijn en zorg

Welzijn begint in een plezierige, veilige woonomgeving. De mensen die er wonen weten beter dan wie dan ook welke voorzieningen nodig zijn om hun buurt leefbaar te maken. Daarom willen wij bewoners – vooral ouderen, jongeren en mensen met een handicap – betrekken bij het realiseren van welzijnsvoorzieningen in een plezierige woonomgeving.

De voorzieningen op het gebied van gezondheidszorg moeten aansluiten op de behoeften van de bewoners. Die zorg moet zo veel mogelijk in de eigen woonomgeving beschikbaar zijn. Het gaat dan vooral om huisartsen, tandartsen, therapeuten en apotheken. Waar nodig moet het stadsdeel stimulerend en regulerend optreden om de juiste voorzieningen gerealiseerd te krijgen.

Wij vinden dat de voorzieningen op het gebied van welzijn en zorg doeltreffend en naar menselijke maat moeten worden ingezet. Indien mogelijk moeten we de resultaten meten, om aan de hand daarvan verbeteringen te kunnen realiseren. De dienstverlening moet dichtbij, laagdrempelig en optimaal toegankelijk zijn. Ambtenarij willen we voorkomen. Aan de voorzieningen op het gebied van welzijn in het stadsdeel moeten we ruime aandacht geven om de juiste mensen ervan gebruik te kunnen laten maken.

Ouderen hebben het recht om in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen. Goed bereikbare voorzieningen op het gebied van zorg en dienstverlening in de buurt moeten dat mogelijk maken. Die voorzieningen en de communicatie daarover moeten we goed organiseren.

Integratie en emancipatie is voor nieuwe Nederlanders noodzakelijk om goed te kunnen functioneren in de Nederlandse maatschappij. De betreffende mensen moeten worden gestimuleerd om onderwijs te volgen en werk te vinden. Niet alleen voor vrouwen, maar ook voor mannen moeten er emancipatieprojecten zijn.

Schuldhulpverlening zal beter en reëler in moeten spelen op de vraag in het stadsdeel. Armoedebeleid moet structureel worden aangepakt en leiden tot lastenverlichting voor mensen met een zeer gering inkomen. Het oplossen van de problemen moet voorop staan. We willen dat meten en weten.

Vrijwilligerswerk is waardevol. Dat willen wij dan ook stimuleren. Dit in harmonie met de mantelzorg (familie- en burenhulp) en gecoördineerd door professionele werkers. De organisatie is het meest effectief als we dit op buurtniveau aanpakken.

De organisatie van het welzijnswerk moeten we voortdurend onder de loep houden. Als het stadsdeel afhankelijk is van welzijnsstichtingen, kan de continuïteit van de dienstverlening in gevaar komen. Een nieuwe kijk op vraag en aanbod, waarbij meerdere aanbieders met elkaar concurreren, zien we als een oplossing.

Samenwerking tussen verschillende maatschappelijke instellingen en een goede regie van het stadsdeel kunnen helpen om overheadkosten te verlagen.

Het stadsdeel moet ook aangeven waar prioriteiten op welzijnsgebied liggen. En op basis daarvan keuzes maken om bepaalde voorzieningen wel en andere niet te ondersteunen. De komende jaren worden financieel zwaar. Er zal simpelweg niet voldoende geld zijn om alle voorzieningen te bekostigen.

Er moeten voldoende accommodaties voor sociale en culturele activiteiten beschikbaar zijn en deze moeten dicht bij de mensen staan. Vraag en aanbod van deze accommodaties moeten met elkaar in evenwicht worden gebracht. Goede planning kan leiden tot optimaal gebruik van de beschikbare ruimtes. Ook initiatieven van bewoners, al dan niet in verenigingsverband, moeten ‘onderdak’ kunnen krijgen.

Het jongerenwerk moet zijn gericht op de werkelijke wensen en behoeften van jongeren en anderen. Omdat de behoeften en de samenstelling van de doelgroep steeds wijzigen, moeten we hier regelmatig onderzoek naar doen. Voorzieningen voor jongeren moeten overal in het stadsdeel op peil zijn.

Het aantal kinderen in het stadsdeel stijgt. De behoefte en het aanbod van alle vormen van kinderopvang moeten daarom met elkaar in evenwicht zijn.

Dus:
•    Huisartsen, tandartsen, therapeuten en apotheken zo veel mogelijk beschikbaar in de eigen woonomgeving, zoals op IJburg al het geval is
•    Emancipatieprojecten voor vrouwen én mannen
•    Lastenverlichting voor mensen met een zeer laag inkomen
•    Het welzijnsaanbod optimaliseren door verschillende welzijnstichtingen met elkaar te laten concurreren

 

Wonen en bouwen

Ruimte

éérbelangen gelooft in de menselijke maat. Het idee van de ‘compacte stad’ kan hiermee op gespannen voet komen te staan. Een compacte stad betekent immers meer verdichting en dat leidt veelal tot hoogbouw en alle problemen van dien. Te veel verdichting gaat ten koste van de leefbaarheid en vermindert de sociale cohesie; buren kennen elkaar niet meer en de anonimiteit wordt vergroot.

Ons stadsdeel is op veel plaatsen al dicht bebouwd, daar is verdere verdichting ongewenst. Bebouwen ten koste van groen is taboe, tenzij reële compensatie van eenzelfde hoeveelheid groen in de onmiddellijke nabijheid plaatsvindt. Wij vinden dat de woningdichtheid, dat is het aantal woningen per hectare, in nieuwe buurten beperkt moet blijven tot ca. 50 per hectare. Rekening moet worden gehouden met de norm van minimaal 72 vierkante meter groen per woning in stedelijk gebied. Kleinere bouwplannen in 19e en 20e eeuwse wijken moeten qua dichtheid en volume de bestaande bebouwing niet overstijgen.

Projecten die (gedeeltelijk) bestaan uit het bouwen van extra kantoorruimte in het stadsdeel moeten wat ons betreft zeer kritisch worden bekeken. Te veel kantoorruimte in Amsterdam staat momenteel leeg. Wij voelen er niets voor om nog meer leegstaande kantoren aan de bebouwing van Oost toe te voegen. Onderzocht moet worden of niet-verhuurbare kantoorruimte een andere bestemming kan krijgen, en of het bij bouwprojecten mogelijk is de bouw zo te faseren dat eerst de gebouwen worden neergezet die een bestemming hebben waar wel vraag naar is.

Op de Oostelijke eilanden is gekozen voor een relatief kleine openbare ruimte, met als argument dat bestaand openbaar (vaar)water voor de nodige ruimte in de buurt zorgt. In het licht hiervan is het bouwen in het water ongewenst. Hierdoor wordt de openbare ruimte immers nog verder in omvang teruggebracht.

In stedenbouwkundige plannen moet duurzaamheid meer aandacht krijgen. In voorschriften en bij afspraken met ontwikkelende partijen moet het gebruik van duurzame bouwmaterialen worden gestimuleerd. De luchtkwaliteit mag voor bewoners niet verslechteren als gevolg van nieuwe ontwikkelingen.

Het stadsdeel dient nauw betrokken te zijn bij gebiedsontwikkelingen waarbij de centrale stad het voortouw heeft. Deze gebieden worden immers na realisatie overgedragen aan het stadsdeel en het stadsdeel wordt verantwoordelijk voor beheer en onderhoud. Het stadsdeel behoort dan ook invloed te hebben op datgene wat in de toekomst moet worden onderhouden en  beheerd. Ook moet het stadsdeel zich bij de centrale stad sterk maken voor voldoende geld om nieuw ontwikkelde gebieden te kunnen onderhouden.

Dus:
•    Geen bebouwing van groen, tenzij minimaal 100% compensatie in de buurt
•    Geen excessieve hoogbouw die niet aansluit bij de omliggende buurten zoals bijvoorbeeld de DWI-locatie bij Oostpoort en Fountainhead op de Oostelijke eilanden
•    Geen bebouwing op het water bij Oostelijke eilanden
•    Gebruik duurzame bouwmaterialen stimuleren
•    Geen verdichting als daardoor de luchtkwaliteit verslechtert
•    Bij verdichting de bestaande woningdichtheid in het stadsdeel niet overschrijden
•    Bouw kantoorprojecten, beperken/anders faseren zolang nog veel kantoren in Amsterdam niet verhuurd zijn

Toekomst van het stadsdeel
In de concept structuurvisie die de centrale stad heeft gemaakt en waarover binnenkort een besluit zal worden genomen, staan veel onderwerpen die voor ons stadsdeel van belang zijn. Het stadsdeel dient actief invloed uit te oefenen op die onderwerpen, zeker als de voornemens van de centrale stad niet in overeenstemming zijn met de visie van het stadsdeel zelf.
Wij hebben grote moeite met een aantal elementen uit de concept structuurvisie, zoals het tot hoogstedelijk gebied bestempelen van ‘wijken die nu nog als tuinstedelijk te boek staan’. Dit heeft fatale consequenties voor tuindorpen zoals Jeruzalem, Betondorp, Amsteldorp en Tuinwijck. Wij zijn ook tegenstander van het als hoogstedelijk gebied bestempelen van het Gooisewegtracé. Het verlagen van de Gooiseweg leidt niet alleen tot meer verkeer door woonwijken, bebouwing langs de weg zal ook ten koste gaan van groen en sportvelden.

Het parkeervrij maken van Middenweg/Linnaeusstraat, een element uit de concept structuurvisie, is wat ons betreft alleen mogelijk als er wordt voorzien in voldoende vervangende (ondergrondse) parkeerplaatsen voor de bewoners.

Wij zijn fel gekant tegen bebouwing rond sportparken met als argument dat de sociale veiligheid daardoor zou toenemen.

Planvorming
Voor het draagvlak van grootschalige bouwplannen is het van belang dat bewoners daarbij zo vroeg mogelijk worden betrokken. Dat betekent dat bewoners die het aangaat, in een vroeg stadium moeten kunnen meedenken over wat er gebouwd gaat worden en welk volume wordt gerealiseerd. Al te vaak blijkt dat het grootste probleem bij bouwplannen is de hoeveelheid vierkante meters die moet worden gerealiseerd. Niet de hoogte van de grondopbrengst (grondexploitatie) moet leidend zijn, maar de beste stedenbouwkundige invulling. Bewoners moeten hierop invloed kunnen uitoefenen vóórdat plannen worden uitgewerkt.

Dus:
•    Bewoners moeten hun opvattingen duidelijk kunnen maken voorafgaand aan eerste planvorming
•    Niet maximalisering van de grondopbrengst is leidend, maar een zorgvuldige stedenbouwkundige invulling met het oog op een plezierig woon- en leefklimaat.

Welstand, monumenten en beeldbepalende panden

Ons stadsdeel kent veel waardevolle en beeldbepalende panden en wijken. Te veel rijen van panden in de 19e eeuwse gordel zijn echter ten prooi gevallen aan de slopershamer. Wij vinden dat bouwplannen die sloop van dergelijke beeldbepalende panden inhouden, niet door het stadsdeel moeten worden gefaciliteerd. Indien dergelijke plannen afwijken van het bestemmingsplan, moet het stadsdeel niet meewerken aan een projectbesluit of bestemmingsplanwijziging, of afspraak met een corporatie om zo’n bouwplan toch mogelijk te maken. Waar nodig moet het stadsdeel zich ervoor inspannen dat beeldbepalende panden monumentenbescherming krijgen of onder een sloopvergunningstelsel komen te vallen.

Voor nieuw te ontwikkelen gebieden of grotere bouwplannen wordt zo nodig  apart welstandsbeleid geformuleerd, bijvoorbeeld om nieuwbouwplannen goed te laten aansluiten bij de bestaande omgeving. Het welstandsbeleid mag duurzame maatregelen zoals zonnepanelen, zonneboilers, windmolens en groene daken niet in de weg staan.

Dus:
•    Geen sloop van beeldbepalende panden in de 19e eeuwse gordel
•    Sloopvergunningstelsel voor beeldbepalende panden die niet op de monumentenlijst staan
•    Welstandsbeleid moet duurzame maatregelen zoals windmolens, zonnepanelen, zonneboilers  en groene daken ruim baan geven

Wonen

Een woning is een eerste levensbehoefte. Iedereen heeft een plaats nodig waar hij of zij zich thuisvoelt. Het stadsdeel kent een grote verscheidenheid aan soorten woonwijken: oud, nieuw, grootschalig, kleinschalig, kleine woningen, eengezinswoningen et cetera. Méérbelangen gelooft in gemengde wijken, waar zowel jongeren als ouderen wonen, gezinnen en alleenstaanden, financieel draagkrachtigen en minder draagkrachtigen Gemengde wijken zijn goed voor het draagvlak voor de voorzieningen in en rond een wijk. Het stadsdeel moet de menging van wijken stimuleren, door afspraken te maken met corporaties.

Het is goed als mensen een ‘wooncarrière’ kunnen maken in het stadsdeel. Daarvoor is diversiteit in het woningaanbod nodig: starterswoningen, eengezinswoningen en ouderenwoningen.
In de afgelopen tijd zijn in het stadsdeel zeer veel studentenwoningen gebouwd, vooral in het Sciencepark en het Eenhoorngebied. Ook bij de Amstelcampus in de Wibautstraat komen veel studentenwoningen. Om een gevarieerd woningaanbod te bereiken, hoeven er in die buurten geen studentenwoningen meer bij te komen.

Dus:
•    Gevarieerd woningaanbod, niet alleen appartementen maar ook eengezinswoningen
•    Studentenwoningen alleen daar waar nog geen hoge concentratie studentenwoningen is
•    Afspraken met woningcorporaties over woningtypen, onderhoud, renovatie, sloop en nieuwbouw

Behoud sociale-huurwoningen en 19e-eeuwse ring
De laatste jaren hebben woningcorporaties veel plannen gemaakt om bestaande sociale-huurwoningen te slopen, met als doel betere nieuwbouwwoningen te realiseren. Dat is in onze ogen het paard achter de wagen spannen. Nieuwe sociale-huurwoningen zijn altijd duurder in huur dan de bestaande. Bovendien worden veelal duplexwoningen met tuin of woningen in de 19e eeuwse ring (Dapperbuurt, Oosterparkbuurt) gesloopt die juist zeer gewild zijn bij de doelgroep. Ervoor in de plaats komen duurdere hoogbouwwoningen, ten koste van groen of van behoudenswaardige 19e-eeuwse gevels. Wij kiezen voor behoud van dit soort sociale-huurwoningen. Nieuwbouw kan plaatsvinden op de nieuwbouwlocaties zoals Oostpoort, IJburg, Amstelkwartier.

Met woningcorporaties moeten elke twee jaar afspraken worden gemaakt over de plannen met hun bezit in het stadsdeel. Het gaat dan om onderhoud, renovatie, nieuwbouw en herbestemming. Zulke afspraken geven zekerheid voor zowel de huurder, de corporatie als het stadsdeel.

Bij eventuele sloop- of renovatieprojecten moeten zittende bewoners voor het behoud van sociale structuren een terugkeergarantie krijgen tegen een passende huur. Het stadsdeel dient zich kritisch op te stellen bij advies over het afsluiten van tijdelijke huurcontracten door woningcorporaties. Die maatregel leidt er veelal toe dat corporaties  niet meer investeren in het tijdelijk verhuurde woningbezit. Uiteindelijk heeft dit negatieve gevolgen voor de sociale cohesie en het woon- en leefklimaat in de betreffende buurt.

Dus:
•    Gewilde sociale-huurwoningen zoals in Tuinwijck en Amsteldorp behouden
•    Afspraken met corporaties over onderhoud, renovatie en nieuwbouw
•    Terugkeergarantie bij renovatie en sloop

Nieuwbouw en renovatieprojecten
Bij bouwprojecten moet altijd goed worden gekeken naar woningtypen waaraan in een bepaalde buurt behoefte is met het oog op de gewenste bevolkingssamenstelling. Doorstroming van ouderen naar goed betaalbare kleinere woningen in de buurt kan grote woningen vrij maken voor huishoudens met kinderen. Woningverbetering is van groot belang voor een plezierig woon- en leefklimaat. Altijd staat overleg met de bewoners –vanaf de eerste planvorming- voorop.

Bij renovatieprojecten houden de woningcorporaties bewonersenquêtes. In de praktijk blijken die enquêtes helaas niet altijd een representatief beeld te geven van wat de bewoners wel en niet willen. Het stadsdeel moet met de corporaties afspraken maken over de inhoud van de vragenlijsten en de waardering van de resultaten. Het stadsdeel moet ook controleren of die afspraken worden nageleefd.

Nieuwbouwwijken moeten zo worden aangelegd, dat ze meer energie leveren dan ze kosten. Dat is mogelijk door gebruik te maken van innovatieve technieken. In deze duurzame nieuwbouwwijken is groen heel belangrijk. Daarom vinden wij dat geveltuintjes bij nieuwbouw standaard moeten worden aangelegd. Ook goede inpandige parkeerplaatsen voor fietsen horen bij duurzame nieuwbouw. Voor auto’s worden ondergrondse parkeerplaatsen aangelegd.

Tegenover slopen staan we uitermate kritisch. Slopen is in onze ogen niet meer van deze tijd. Het is niet duurzaam, kost ontzettend veel energie en levert schrikbarende hoeveelheden afval op. Duurzame renovatie is veel beter.

Dus:
•    Keuze in type woningen afstemmen op behoefte in de buurt
•    Stadsdeel controleert vraagstelling en interpretatie van bewonersenquêtes die corporaties houden  bij renovatie en nieuwbouw
•    Nieuwbouwwijken moeten, door gebruik te maken van innovatieve technieken, meer energie leveren dan ze kosten, en zo actief bijdragen aan vermindering van de CO2-uitstoot
•    Geveltuintjes worden bij nieuwbouw standaard aangelegd, waarbij afspraken worden gemaakt over onderhoud en beheer door de bewoner
•    Duurzaam bouwen begint bij niet meer slopen

Woonschepen en woonarken
Wonen op het water is een volwaardige woonvorm. Uitgangspunt hierbij is dat wonen op het water dezelfde rechten en plichten met zich meebrengt als wonen op het land. Méérbelangen vindt dat woonbootbewoners bescherming verdienen door middel van een woonschepenbeleid dat voor het hele nieuwe stadsdeel geldt, en opname in het bestemmingsplan. De werkelijke en vergunde maatvoering zijn hierbij uitgangspunt. Om vanaf de wal zicht op het water te houden, zullen woonboten op basis van vrijwilligheid worden verplaatst. Bij grootschalige ontwikkelingsplannen, waarover de centrale stad de regie voert, zoals Overamstel en IJburg, vinden wij dat de bestaande en bestemde woonschepen gerespecteerd moeten worden. Bij herschikking dienen deze woonschepen een ligplaats te krijgen die zo dicht mogelijk bij hun oude locatie is en zo veel mogelijk dezelfde faciliteiten kent. De openbare ruimte naast de ligplaats is niet bedoeld als privétuin maar dient openbaar te blijven.

Gezien de waterrijkdom in het nieuwe stadsdeel streven wij naar meer locaties waar woonschepen en arken kunnen liggen. De openbaarheid van de oever blijft daarbij uitgangspunt.

Dus:
•    Meer locaties voor woonboten
•    Woonschepenbeleid om woonbootbewoners te beschermen

 

 

Openbare ruimte, milieu en veiligheid

Openbare Ruimte
De openbare ruimte is het visitekaartje van het stadsdeel. Die vormt de eerste indruk die bewoners en bezoekers van het stadsdeel krijgen als ze op straat wandelen of rijden. Wij vinden daarom dat de openbare ruimte veel aandacht van het stadsdeel verdient. Ook moet er, zeker in dichtbebouwde buurten, genoeg openbare ruimte zijn om de leefbaarheid voor de bewoners te garanderen. In sommige buurten, zoals op de Oostelijke eilanden, is de openbare ruimte bewust klein gehouden om zo drukte op straat te creëren, maar ook omdat het omliggende water voldoende ruimte en lucht zou geven. Op water kun je echter niet voetballen, picknicken, fietsen of steppen. Juist in deze buurten mag daarom geen openbare ruimte meer worden opgeofferd aan woningbouw.

De openbare ruimte moet er niet alleen goed uitzien, het moet voor de gebruikers ervan ook aangenaam zijn om er te verblijven. Schoon, heel en veilig zijn de kernwoorden.

Dus:
•    De openbare ruimte moet goed worden onderhouden en beheerd, en het moet er schoon zijn
•    Het stadsdeel heeft de zorg hiervoor en dient maatwerk te leveren
•    Buurbeheergroepen geven aan waar het een beetje meer kan en waar het minder kan
•    Communicatie over het gebruik van de afvalcontainers is heel belangrijk. Bewoners dienen te worden gestimuleerd en verleid om de containers op de juiste wijze te gebruiken, bijvoorbeeld via adoptieprojecten voor afvalcontainers, maar ook voor stukjes openbare ruimte
•    Hondenpoep moet worden opgeruimd door de hondenbezitters en honden dienen aan de lijn te worden gehouden in parken, behalve op speciale uitrenveldjes  
•    Tegen overtredingen dient strenger te worden opgetreden

Natuur in de Buurt
In een prettig stadsdeel wonen niet alleen mensen, maar ook vogels, vlinders en andere dieren. Om de biodiversiteit te waarborgen, moet er ook voor dieren voldoende leefruimte zijn in de vorm van onverhard oppervlak, bomen, struiken en ander hoogwaardig groen. We maken ons hard voor meer hoogwaardig groen in het stadsdeel, op loopafstand van alle woningen. Zeker op de eilanden heeft dit voor ons prioriteit, want daar worden bomen en parken door velen gemist. Omdat de ruimte in het stadsdeel schaars is, streven we ernaar dat die op verschillende manieren kan worden gebruikt. Recreatief groen dient natuurvriendelijk – niet te aangeharkt! – te worden ingericht. Zo kunnen recreatie en natuur hand in hand gaan.

Volkstuincomplexen zijn uit verschillende oogpunten van grote waarde en moeten daarom behouden blijven.  Zij bieden veel groen en nemen dus veel CO2 op. Veel volkstuinders werken bovendien biologisch verantwoord en dragen zo actief bij aan het verbeteren van de bodemkwaliteit in het stadsdeel. Volkstuinieren is een natuur- en milieuvriendelijke manier van recreëren. Het gebeurt dicht bij huis en kost nauwelijks energie, in tegenstelling tot energievretende recreatie verderop. Volkstuincomplexen bevorderen ook de sociale samenhang in de buurt.

Dus:
•    Behoud van ecologisch waardevolle gebieden, waaronder volkstuincomplexen
•    Parken (DNO, Frankendael, Oosterpark, Flevopark, Diemerpark) dienen zo veel mogelijk groen te bieden en goede speelmogelijkheden voor alle leeftijden. Ze moeten goed worden onderhouden
•    Ook buiten de parken moeten de buurten voldoende groen bieden, in de vorm van plantsoentjes, grasveldjes en zogeheten snippergroen
•    Bewoners kunnen regelmatig worden gevraagd om mee te helpen met het onderhoud van het buurtgroen. Zo raken ze nauwer betrokken bij de natuur in hun directe omgeving.
•    Meer biodiversiteit in de stad (ijsvogel, ringslang et cetera)
•    Meer bomen in het stadsdeel, ook fruitbomen
•    In een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte worden bomen, groen en plekken om te spelen gecombineerd
•    Speeltuinen moeten vooral origineel, creatief en veilig zijn voor kinderen. Natuurspeeltuinen zoals in Park Frankendael worden wat ons betreft norm in plaats van uitzondering.

Verkeer en verkeersveiligheid
Het stadsdeel dient een integrale visie te ontwikkelen op openbaar vervoer in – en van en naar – Oost. Hierbij verdient verdere ontsluiting van IJburg bijzondere aandacht. Alleen zo kunnen we in de toekomst een goed alternatief voor autoverkeer organiseren. Een nieuwe of doorgetrokken tramlijn die de Indische buurt verbindt met de woningbouwlocatie Zeeburgereiland hoort daar wat ons betreft bij. Hoewel wij voor de toekomst inzetten op openbaar vervoer boven autoverkeer, is de auto op dit moment in de stad een gegeven, net zoals voetgangers en fietsers dat zijn. Dat betekent dat de verschillende verkeersdeelnemers zo goed en veilig mogelijk met en naast elkaar moeten samenleven. De veiligheid van de zwakste verkeersdeelnemers (voetgangers en fietsers) staat hierbij voorop.  Wij zijn daarom groot voorstander van vrijliggende fietspaden, die duidelijk zijn gescheiden van de autoweg.

Voor de bewoners moeten er voldoende parkeerplaatsen in de buurt zijn, bij voorkeur ondergronds. Differentiatie in parkeerbeleid per buurt moet mogelijk zijn. Daarom moeten parkeertarieven en parkeertijden weer bepaald kunnen worden door het stadsdeel en niet van bovenaf door de centrale stad.

Dus:
•    Voorrang voor fietsers en voetgangers als de zwakkere verkeersdeelnemers
•    Veiligheid voor spelende kinderen door de openbare ruimte daarop in te richten
•    Openbare ruimte zo veilig mogelijk inrichten voor visueel gehandicapten en verkeerdeelnemers die moeilijk ter been zijn.
•    Voldoende fietsparkeerplaatsen, zowel inpandig als op straat, vooral bij onderwijsvoorzieningen en winkelcentra
•    Meer standplaatsen voor autodelen
•    In woonbuurten zo veel mogelijk 30-kilometerzones
•    Verkeersveiligheid in en rondom scholen voortdurend monitoren, ook samen met de ouders en de schoolkinderen
•    Bij herprofileringen vooraf met de gebruikers de nieuwe profilering op veiligheid toetsen
•    Verkeersplannen steeds vooraf afstemmen met de gebruikers
•    Auto’s zo veel mogelijk ondergronds parkeren. Bij nieuwbouw daar altijd op aansturen
•    Bij aanleg van een ondergrondse parkeerplaats wordt, als de parkeerdruk dat toestaat, een parkeerplaats op het maaiveld opgeheven
•    Parkeerbalans per buurt steeds nauwlettend monitoren
•    Blauwe zones instellen waar nodig bij openbare voorzieningen, zoals  sportvelden en winkelcentra
•    Maatwerk bij betaald parkeren in de verschillende buurten
•    Blijvende inzet voor een P&R-voorziening bij begin Middenweg, analoog aan de zeer succesvolle P&R in Zeeburg

Milieu en Duurzaamheid
Alles wat de overheid doet, moet gericht zijn op het creëren van een duurzame wereld, waarin ook onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen een goed leven kunnen hebben. Dat betekent dat we het gebruik van fossiele brandstoffen moeten beperken.

Dus:
•    Het stadsdeel geeft het goede voorbeeld als het gaat om duurzame bedrijfsvoering. Dat wil zeggen: zuinig met energie, geen verspilling van grondstoffen, lichten in stadsdeelhuis ’s avonds uit, bij voorkeur reizen met openbaar vervoer, anders met elektrische auto’s, dienstfietsen voor medewerkers, duurzaam inkopen, catering biologisch en met regioproducten et cetera
•    Bij door of via het stadsdeel gefinancierde ondernemerscentra krijgen innovatieve, duurzaam ondernemende bedrijven voorrang
•    Keuzen voor duurzame oplossingen duidelijk laten zien aan de bewoners
•    Elektrisch rijden stimuleren met voldoende oplaadpunten in het stadsdeel
•    Recyclen van alle kleding, schoenen, apparaten et cetera vergemakkelijken
•    Reparatie bevorderen als alternatief voor weggooien
•    Andere energiemogelijkheden bevorderen (subsidie voor wind- en zonne-energie)
•    Het stadsdeel heeft de plicht om bij alle nieuwbouwprojecten een energievisie op te schrijven en projectontwikkelaars en corporaties hier verplichtend in te sturen
•    De aanleg van zelfvoorzienende wijken (water, energie, afval et cetera) dient te worden gestimuleerd
•    Ondernemingen uitdagen verder te gaan dan de wet milieubeheer voorschrijft. Grote ondernemingen kunnen hier een voorbeeld in zijn
•    Led-straatverlichting waar mogelijk
•    Zoeken naar hergebruik van al het straatmateriaal
•    Ondernemers, bouwers, projectontwikkelaars verleiden om warmte-koude-installaties te kiezen in plaats van ouderwetse air conditioning
•    Het stadsdeel moet faciliteren dat bewoners in beweging komen en zien dat ze zelf ook kunnen bijdragen aan een duurzame wereld
•    Afvalscheiding stimuleren

Water
Water is in het nieuwe stadsdeel Oost heel belangrijk. Er komt nieuw land bij en we leven voor een groot deel in een polder. Verder worden we, door klimaatverandering, alleen maar meer met water geconfronteerd. Een en ander betekent dat het stadsdeel specialist moet worden op het gebied van water, waterbeheersing en wateradaptatie.

Het stadsdeel kent vaarwater en recreatiewater, maar er zijn ook sloten en vijvers, gemaakt om verharding die elders is aangelegd, te compenseren. Ook is er grondwater, dat bij bewoners vaak voor overlast zorgt. Het stadsdeel moet er in overleg met de waterbeheerders voor zorgen dat ook water dat niet bevaarbaar is, eventueel bevaarbaar wordt of een functie krijgt als recreatiewater of natuurzone.  Voor kleine pleziervaart moeten er voldoende kleine jachthaventjes zijn. Bestaande jachthavens met helling en onderhoudsmogelijkheden dienen behouden te blijven.

Te hoog grondwater moet worden bestreden door herstel van niet meer functionerende polderriolen. Dit wordt extra belangrijk bij meer regenval als gevolg van klimaatverandering.
Innovatie op watergebied is nodig om goed te kunnen  inspelen op klimaatverandering.

Dus:
•    Voldoende jachthaventjes/steigers voor kleine pleziervaart
•    Behoud van bestaande jachthavens met onderhoudsmogelijkheden
•    De ringvaart tussen Amstel en Nieuwe Diep moet bevaarbaar worden gemaakt; de sluisdeuren  die invaart onmogelijk maken, moeten worden aangepast
•    Herstel polderriolen en in het verleden gedempte sloten moet worden gestimuleerd


Veiligheid op straat

Veiligheid op straat, en in en om de woning, is een belangrijk goed. Het stadsdeel moet die veiligheid bieden, via een combinatie van welzijnsbeleid, jeugdbeleid, buurtbeheergroepen, buurtpreventie, woningbouwverenigingen en meer politie op straat. Bewoners moeten worden geactiveerd om hun eigen woonomgeving veilig en leefbaar te houden. Een veilige straat begint bij het kennen van je buren. De anonimiteit van de openbare ruimte is daarom het beste tegen te gaan door te investeren in de onderlinge relaties van buren. Een evenwichtige bevolkingsopbouw in de buurten draagt daartoe bij.  
Het stadsdeel zal eerst een duidelijke visie moeten hebben op de rol van de politie en daarna op de rol van het stadsdeel zelf. Meer geld stoppen in  maatregelen zoals particuliere beveiliging, lost tijdelijk misschien problemen op. Op de lange termijn is dat echter onbetaalbaar. Cameratoezicht kan een tijdelijke oplossing zijn, maar is geen vervanging voor politietoezicht op straat.

De politie moet méér en zichtbaar op straat aanwezig zijn. Het stadsdeel moet onderzoeken op welke wijze het daarin een rol kan spelen. Onveilige plaatsen moeten doorlopend in beeld worden gebracht en planmatig veiliger worden gemaakt.

Bij nieuwbouwprojecten moet in het ontwerp ook met veiligheid rekening worden gehouden. Voor de veiligheidsbeleving en sociale controle is het wenselijk dat op ‘straatniveau’ wordt gewoond en dat deze bouwlaag niet slechts wordt gebruikt voor bergingen en technische ruimten.

Dus:
•    Politie moet meer en zichtbaar aanwezig zijn op straat en bij sportvelden
•    Het stadsdeel moet meer specifieke aandacht besteden aan overlast van drugsverslaafden en hangjongeren
•    Waar mogelijk dient deze overlast in een vroeg stadium op creatieve manier te worden aangepakt, bijvoorbeeld door het inzetten van straatcoaches
•     Voor jongeren moeten meer plekken komen waar zij kunnen “hangen” zonder andere buurtbewoners te storen
•    Politie, corporaties, jeugd, welzijn en buurtbeheergroepen moeten steeds met elkaar in gesprek zijn en blijven monitoren

 

 

Economie en financiën

Het stadsdeel is gebaat bij een vitaal bedrijfsleven. Een gevarieerd winkelaanbod is niet alleen van belang voor het voorzieningenniveau in de buurten, het zorgt ook voor werkgelegenheid voor de bewoners. Maar ook andere bedrijven zijn van belang voor de werkgelegenheid en bedrijvigheid op straat. Méérbelangen is voor een veelzijdig bedrijfsaanbod. Ook productiebedrijven moeten op bedrijfsterreinen hun plek kunnen vinden.

Wij vinden het belangrijk dat alle buurten in het stadsdeel een goed voorzieningenniveau hebben. Vooral ouderen die wat minder mobiel zijn, hebben baat bij basisvoorzieningen zoals een buurtwinkel, een pinautomaat en een postservicepunt dicht bij huis. Waar zulke voorzieningen dreigen te verdwijnen, moet het stadsdeel zich sterk maken voor behoud. Dat kan bijvoorbeeld door afspraken te maken met corporaties en in bestemmingsplannen dergelijke voorzieningen te beschermen.

Het initiatief van de Pure Markt moet worden voortgezet, eventueel ook op andere locaties dan in Park Frankendael. Op termijn moet de markt zichzelf kunnen bedruipen, zodat financiële steun van het stadsdeel niet meer nodig is.

Elk jaar opnieuw is de begroting een belangrijk discussiepunt in de raad. Daar wordt tenslotte besloten waar we het geld aan uitgeven. Door zorgvuldig en alert optreden van onder anderen onze wethouder Financiën is de begroting van Oost-Watergraafsmeer de afgelopen periode inzichtelijker gemaakt en is uitvoering gegeven aan een solide financieel beleid. Dat willen we in het nieuwe stadsdeel Oost ook als uitgangspunt nemen voor de financiën. Met een gezonde financiële onderbouwing kunnen we hard aan de slag om in het nieuwe stadsdeel voor iedereen een goed woon- en leefklimaat te realiseren. Als gevolg van de financiële crisis zal er ook bezuinigd moeten worden op het gemeentefonds. Het  stadsdeel zal minder inkomsten ontvangen. In de komende periode zal ook het nieuwe stadsdeel niet aan bezuinigingen ontkomen, terwijl de fusie juist extra geld zal kosten. Er zullen dan ook keuzes moeten worden gemaakt. Om verantwoorde keuzes te kunnen maken, moet worden nagegaan of de effecten die het stadsdeel met het beleid wil bereiken, ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Als dat niet of niet voldoende het geval is, kan op dit niet-effectieve beleid worden bezuinigd.

Dus:
•    Het stadsdeel moet actief beleid voeren om basisvoorzieningen in woonbuurten te behouden
•    De Pure Markt moet worden behouden
•    Niet bezuinigen op het onderhoud en beheer van sportparken, wegen, openbare ruimte et cetera
•    Het stadsdeel moet duidelijker keuzes maken: waar zetten we wel op in en waarop niet. De effecten van het gevoerde beleid moeten beter worden onderzocht

Ontdek meer van Méérbelangen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder